1020 Stories

1020 Stories

1. Amina

Ik zag Amina’s gezicht voor het eerst hier, bij het pleintje voor het vredegerecht. Ze zat aan een lange tafel. Het was avond. Iedereen at bladerdeeg en watermeloen. Het was Iftar. Ik was hier voor het eerst. Ik herinner me dat ze zei dat ze niet tegen gluten en lactose kon. Ze had voor de hele buurt gekookt, maar nam zelf geen hap. Een jaar later zag ik haar weer, hier op de trappen van het vredegerecht. Ze toonde mij al haar herinneringen. Amina schrijft Arabische gedichten en geeft mij relatieadvies. Haar man was een genie. Hij bouwde een boekenkast in hun huis, waarlangs je via een verborgen deur in de slaapkamer kwam. Het was zoals in de films. Amina huilt voor haar oude gevel. Ze startte met schrijven tijdens de Arabische Lente. Haar zus Ahlaam was Kamermeisje bij de Koning. Ze hebben samen couscous naar Filip gebracht. Amina ziet op elke hoek herinneringen. Ze kent alle mensen in alle huizen. “Als je ooit verdwaalt, vraag dan naar mij en de mensen zullen je de weg wijzen.” Ze kent de jongen van de tapijtwinkel, en zijn vader, en zijn overgrootvader. Ze kent alle cammonieurs bij hun naam. We staan op een kruispunt. Amina zegt: “Je moet genieten van het leven.  Als je hart van iets gaat kloppen, doe het dan. Ooit stond ik hier op deze hoek van de straat. Ik was twintig. Nu ben ik eenenezestig.” Amina woonde meer dan twintig jaar in het huis van de minnares van Leopold II. Als ze in Marokko is, luistert ze naar de RTBF en mist ze Laken.

2. Le concierge

Le concierge habite le domaine scolaire. Le concierge doit être casanier. Le concierge doit connaître tous les codes par cœur. Le concierge doit avoir plusieurs jeux de clés. Le concierge doit trouver la bonne clé, rien qu'au toucher. Le concierge doit toujours répondre au téléphone. Le concierge doit être patient. Le concierge doit tout avoir à l'œil. Le concierge doit pouvoir se lever tôt et se coucher tard. Le concierge doit connaître le nom de tous les élèves. Le concierge doit pouvoir attraper les voleurs en flagrant délit. Le concierge doit dire bonjour et sourire aux habitants du quartier. Le concierge doit calmer les mamans et les directeurs d'école. Le concierge doit faire des rondes de nuit dans la cour de récréation abandonnée et boire de la liqueur de noix.

Le concierge doit pouvoir attraper des pigeons avec un filet dans la salle de gym. Le concierge doit rêver la nuit de fenêtres et de portes. Le concierge entend des alarmes partout où il va. Tout le monde connaît le concierge. Le concierge connaît tous les lieux secrets de l'école.

(vertaling door Philippe Lemoine)