Er is altijd een eiland om naartoe te gaan
Gepubliceerd in De Standaard - 3 september 2025
Deze zomer heb ik verhalen gehoord over een eiland in Griekenland, waar je heen kunt als alles mis is, als je net het nieuws hebt gekregen dat het niet goed gaat met je lichaam, of als je twijfelt, of met alles wilt stoppen. Op dat eiland is er geen tijd, de mensen doen hun luifels open als ze daar zin in hebben, en je kunt er geen afspraken maken. Je kunt op de rotsen slapen of een hangmat meenemen en tussen de bomen schommelen. Ik dacht altijd dat dat soort verhalen verzonnen was, maar het eiland bestaat echt, ik kan het zien op de kaart en dat alleen is een grote troost.
Ik ken een eiland waar de tijd niet bestaat. Mensen leven er op een dieet van groenten, rode wijn en middagdutjes.
Deze zomer was ikzelf op een eiland in Schotland en zag ik de maan. Nu ben ik iemand die weer een mailbox heeft en de wekker zet. Ik denk aan alle kinderen die deze week weer om half negen achter een schoolbank zitten en zich afvragen wat ze daar alweer moeten doen. Wie heeft uitgevonden dat je acht uur per dag op een stoel moet zitten?
Ik denk aan alle mensen die een verschrikkelijke zomer hebben gehad en overladen worden met “goede zomer gehad?” en “aan alle mooie liedjes komt een eind” en dat ze dan knikken en slikken en aan niemand kunnen vertellen hoe pijnlijk het was om te rouwen op warme dagen. Ze hopen dat het snel weer oktober wordt en dat niemand nog vragen stelt.
De eerste week van september is de week van “waar ben jij geweest?” en “een beetje goed weer gehad?”. Er is geen enkele andere manier om september te trotseren. Net zoals bij Nieuwjaar geven we elkaar snelle handdrukken in woorden. Alle mensen, of ze nu een vreselijke of heerlijke zomer hadden, begeven zich tegelijk weer uit hun huizen en twijfelen of ze hun sandalen nog wel kunnen dragen en of ze moeten zeggen wat er in hen speelt.
Iedereen moet vanaf 1 september weer met elkaar om kunnen gaan.
Ik vraag me af of ik iemand anders ben dan toen ik in Schotland was. Ik verzin duizend manieren om hier dezelfde dingen te doen. Ik heb een tent in mijn tuin gezet. Ik ben honderdmeterbaantjes gaan zwemmen in open water. Mijn lievelingskledingstuk is een grote, witte T-shirt. Ik weet dat het bijna volle maan is. Ik teken verhalen van eilanden op. Ik geef verhalen door.
Aan alle mensen die deze week opeens in een lift of een gang staan en voelen dat het niet goed gaat, wil ik vertellen over dat eiland waar je heen kunt gaan. Het ligt in Griekenland en heet Ikaria. Ik ben er zelf niet geweest, maar ik weet dat het naar Icarus is genoemd. Het is een van de vijf plekken op aarde waar mensen ouder worden dan honderd. Ze leven er op een dieet van groenten, rode wijn en middagdutjes. Er zijn rotsen en er is water. Als je verdriet hebt in Griekenland, een tumor of een gebroken hart, schrijft de dokter je een briefje voor om even naar daar te gaan. Als ik deze week de zomer mis, dan denk ik aan Ikaria.