Ze maken de speelplaats kapot om er een bos van te maken. En ze maken het bos kapot om een speelplaats te maken



Gepubliceerd in De Standaard - 24 oktober 2024



Aan de ene kant van de straat planten ze bomen, aan de andere kant kappen ze de bomen. En je kunt er niets tegen doen.

Er was eens een straat. In die straat lag een school met een betonnen speelplaats. Kinderen haalden er hun knieën aan open. En je kon er nooit met je vrienden op gras liggen. Of bloemenkettingen maken. De school hoorde bij de stad en de burgemeester en de minister en de staatssecretaris vonden dat de tegels van de speelplaats weg moesten. “Bomen voor kinderen!”, knikten ze. De bulldozers kwamen en maakten modder. 

Aan de andere kant van de straat was een bos. Er stond een hek rond. Iedereen was vergeten dat er achter dat hek een bos lag. Ze zegden dat er een vos in woonde, en nachtuilen, en honingbijen. Het bos was wild en lekker koel. Het bos hoorde bij de stad en de burgemeester en de minister en de staatssecretaris vonden dat er meer gebouwen moesten worden gebouwd. “Scholen voor kinderen!”, knikten ze. De houthakkers kwamen en velden de bomen. 

De straat lag tussen de school en het bos en alle buurtbewoners keken van de ene naar de andere kant. “Wat gek,” zeiden ze, “daar planten ze bomen, en daar kappen ze bomen.” 

De hele dag kon je vanop de straat het lawaai van graafmachines horen. ’s Ochtends werden er tonnen grasmatten, twijgen en houtschilfers aangeleverd voor de speelplaats. ’s Avonds werden er afgezaagde zomerlindes, okkernootbomen en waterwilgen afgevoerd. 

Tijdens het middaguur pauzeerden de bouwvakkers op straat en dronken ze thermossen koffie en blikjes monsterdranken. Rond een uur of twee kwamen de houthakkers. Met aarde onder hun handen aten ze driehoeksboterhammen met augurken en roze yoghurt. “Afbouwwerken?”, polsten ze. “Hoe lang moeten jullie nog?”, vroegen ze aan elkaar. 

Eén buurman kon niet meer stoppen met denken. Hij prevelde: “Iedereen die ooit al eens een tak van een boom heeft gezaagd, weet hoeveel werk dat kost. Iedereen die ooit al eens een zaadje in de aarde heeft geplant, weet hoeveel tijd dat kost. Iedereen die ooit al eens een muur heeft gemetst, weet hoeveel energie dat kost.” 

Eén buurvrouw dacht dat ze gek werd en wilde een brief schrijven aan het bestuur. Maar wie was het bestuur? De burgemeester? De minister? De staatssecretaris? Ze zocht naar de juiste adressen. Ze waren onvindbaar – sinds de verkiezingen was iedereen van stoel gewisseld. 

Dit is geen verhaal. 

Dit is mijn straat. 

Ze maken de speelplaats kapot om er een bos van te maken. En ze maken het bos kapot om een speelplaats te maken.